‘Toen de dag van het Pinksterfeest aanbrak waren ze allen bij elkaar. Plotseling klonk er uit de hemel een geluid als van een hevige windvlaag, dat het huis waar ze zich bevonden geheel vulde. Er verschenen aan hen een soort vlammen, die zich als vuurtongen verspreidden en zich op ieder van hen neerzetten, en allen werden vervuld van de heilige Geest en begonnen op luide toon te spreken in vreemde talen, zoals hun door de Geest werd ingegeven.’ (Handelingen 2:1-4) Deze tekst is prachtig uitgebeeld in het glas-in-lood-raam rechts van het hoofdaltaar. De ‘vurige tongen’ worden vanuit de hemel uitgestort over de hoofden van de apostelen en Maria, die in hun midden zit. In de Bijbel staat dat Maria na de dood van haar zoon Jezus wordt bijgestaan door de apostelen, meestal door Johannes, de jongste, die hier naast haar zit. Dit verklaart waarom ook zij hier is afgebeeld, hoewel de Bijbel niets meedeelt over haar aanwezigheid bij het pinkstergebeuren. Boven in het raam is te zien dat er uit de hemel een hevige storm opsteekt, waardoor er hoge golven op zee ontstaan. alsook de duif als teken van de H. Geest. Onder het tafereel wordt het Bijbelboek Handelingen van de Apostelen voorgesteld.

  • Meest recente aanpassing(en): woensdag 10 april 2024, 16:13:19.