Jezus wordt ter dood veroordeeld
Pilatus wast zijn handen in onschuld. De bediende giet water over zijn handen. De soldaat neemt Jezus mee. Zijn handen zijn geboeid. Jezus kijkt ons recht in de ogen, de onschuldige. Daarom is hij in het wit gekleed met de doornenkroon op het hoofd. De anderen durven ons niet aan te kijken. Het vonnis is voltrokken. De rechtvaardige dreigt de verliezer te worden.
Er wordt een spel gespeeld. De mens die open en eerlijk is, kan gevaarlijk zijn voor de gevestigde orde. Die mens moet het zwijgen worden opgelegd. Wij vinden een manier: ontslag, overplaatsing, bedreiging. . . in derde wereld landen gebruikt men zelfs doodseskaders. Misschien ligt dan de grootste pijn in het feit dat je vrienden op zo’n moment vaak spoorloos zijn. Net als Petrus weten ze niet langer wie je bent. Degenen van wie je het niet verwacht, zoals Pilatus, proberen je te redden. Maar het kwaad is door het spel der machtigen al geschied. Het vonnis ligt er.