De band tussen de bisschop en de Utrechtse instellingen aan de ene kant en de Oosterbeekse kerk aan de andere zou het ontstaan van de legende van Sint Bernulphus kunnen verklaren, die als eerste pastoor van Oosterbeek wordt gezien.

De legende, uit de 14e eeuw, verhaalt van de geboorte van een zoon van keizer Koenraad II. Deze was op weg naar Utrecht, waar de kanunniken van de bisschopskerk, na het overlijden van bisschop Adelbold, het niet eens konden worden over de benoeming van diens opvolger. Zijn echtgenote, Gisela, die hem vergezelde, was zwanger. Toen het gezelschap Oosterbeek passeerde werd Gisela onwel. De keizer liet zijn vrouw bij de pastoor daar achter en reisde zelf door naar Utrecht. Het verhaal wil dat de keizerin kort hierna in de pastorie van de dorpspastoor het leven schonk aan een zoon, de latere keizer Hendrik III. De pastoor spoedde zich naar Utrecht om de keizer de heugelijke gebeurtenis te melden. Koenraad benoemde de brenger van de boodschap van het goede nieuws prompt tot de nieuwe bisschop van Utrecht.

Deze vrome overlevering vereenzelvigt de niet historisch bewezen Bernulphus dan met bisschop Bernold, die van 1027 tot 1054 de zetel van Utrecht bezet heeft. De naam Bernulphus leeft in Oosterbeek voort in de aan deze heilige toegewijde,in 1885 in neogotische stijl gebouwde, Rooms Katholieke kerk aan de Utrechtseweg.